
Gesina en Eli woonden vóór de oorlog in Amsterdam, samen met hun kinderen Levie en Branco. Toen de dreiging van deportatie steeds dichterbij kwam, besloten ze onder te duiken. In Doornspijk leefde Gesina onder een valse naam: Gesina Akkerbaum. De kinderen verbleven op andere adressen.
Maar in augustus 1944 ging het mis. Het echtpaar werd verraden en op 16 augustus gearresteerd door de Duitse Sicherheitsdienst. Een dag later werden ze naar kamp Westerbork gebracht, waar zij terechtkwamen in barak 67, de strafbarak voor opgepakte onderduikers.
Op 3 september 1944 werden Gesina en haar zoon Levie op transport gezet naar Auschwitz. Het was het laatste transport dat vanuit Westerbork naar Auschwitz vertrok. Na twee maanden werd Gesina overgeplaatst naar werkkamp Liebau. Daar werd ze bevrijd op 9 mei 1945. Eli werd naar concentratiekamp Dachau gebracht en overleed daar op 11 april 1945.
Terug naar de stad
Gesina keerde lopend terug naar Amsterdam, waar ze op 15 juni 1945 arriveerde. Uit voedselbon-aanvragen en documenten van het Rode Kruis blijkt dat zij zelf steeds Doornspijk noemde als plaats van arrestatie.
Soms werd ook Elburg genoemd, mogelijk als overplaatsingslocatie. Maar het belangrijkste stuk ontbreekt nog altijd: wie verborg dit gezin? Hun namen staan nergens. Geen brief, geen foto, geen getuigenverslag.
Nu is het moment
Volgens Bep de Waard-Ruijs, onderzoeker en medewerker bij Museum Sjoel Elburg, is dit het moment om te zoeken.
“Dit verhaal is pas onlangs boven water gekomen. Dat betekent dat er misschien nog mensen zijn die het echtpaar gekend hebben, of die via ouders of grootouders iets hebben gehoord. Het hoeft geen compleet verhaal te zijn, één detail kan al richting geven.”
De Sjoel brengt al jaren onderduik op de Noordwest-Veluwe in kaart en heeft inmiddels meer dan 120 onderduikadressen vastgelegd. Veel van deze verhalen kwamen naar voren dankzij kleine herinneringen: een naam in een notitieboekje, een opmerking aan de keukentafel, een foto zonder onderschrift.

Verweven in dorpskringen
Uit gesprekken in het dorp en bij kerken blijkt hoe dichtbij deze verhalen eigenlijk liggen. De oorlog speelde zich niet alleen af in grote steden, maar ook gewoon hier. Denk aan keukentafels, in boerderijen en achter gesloten gordijnen. Onderduik was vaak geen grote heldendaad. Soms ook iemand binnenlaten en zeggen “blijf maar”. Juist daarom is het ook belangrijk om deze verhalen nu nog vast te leggen. Misschien wel relevanter dan ooit.
Bronnen: Museum Sjoel Elburg (Kennisbank Onderduik Noordwest-Veluwe); Arolsen Archives; Geheugen van Amsterdam Oost; Archief Rode Kruis en CADSU-aanvraagformulieren (1963).
💬 Mail ons!
Heb jij een tip of opmerking? Mail naar de redacties: redactie@vrmg.nl of bel:
Redactie Nijkerk 0341-798298 | Redactie Nunspeet 0341-258133