Veluwe Randmeer Mediagroep

Volgens coördinator en chauffeur Ap Koopsen komt dat vooral doordat veel jongeren nu met de fatbike naar school of het station gaan. Ook denkt hij dat de hogere prijzen voor senioren een rol spelen. Daarnaast merkt hij dat niet iedereen die de bus goed kan gebruiken, weet dat de bus er is.

Vrijwilligers houden lijn draaiende

Koopsen rijdt sinds zijn pensioen elke donderdagmiddag met veel plezier op de buurtbus. Hij woont in Nunspeet, maar werkte achtendertig jaar als meester op een basisschool in Oldebroek en kent de omgeving goed. “Ik heb altijd al iets gehad met het openbaar vervoer”, vertelt hij.

Nu brengt hij mensen van A naar B in kleine kernen rondom Elburg en Oldebroek. Lijn 514 rijdt in ongeveer een uur langs de Hoge Enk, Elburg, Oosterwolde, Oldebroek, Mullegen en ’t Loo. Voor mensen die minder goed ter been zijn of geen eigen vervoer hebben, is het vaak de enige reismogelijkheid.

‘Opstappen waar je wilt’

Juist daarom vindt Koopsen het belangrijk dat deze groep de buurtbus weet te vinden. Hij benadrukt dat passagiers overal langs de route kunnen in- en uitstappen. “Ik denk dat veel mensen dat niet weten”, zegt hij. Voor mensen die slecht ter been zijn, kan dat veel schelen. “Zij denken misschien: hé, ik kan mooi voor de deur instappen.”

Een van zijn vaste passagiers is een oudere vrouw die moeite heeft met lopen. Hij zet haar af bij het winkelcentrum en haalt haar later met een volle boodschappentas weer op. Op de terugweg zet hij haar dicht bij huis af.

Minder senioren door hogere prijzen

Die vrouw is een van de weinige senioren die Koopsen nog in de bus ziet. Van de vijftien mensen die gemiddeld op donderdagmiddag instappen, zijn er twee senioren. Volgens Koopsen komt dat doordat ouderen geen korting meer krijgen. “En dat maakt het voor veel ouderen te duur”, vertelt hij. Regelmatig hoort hij dat terug.

Onder jongeren speelt iets anders: de opkomst van de fatbike. Ook de dienstregeling helpt niet mee, legt Koopsen uit terwijl hij voor de gesloten spoorbomen bij station Wezep staat. “Ik zou eigenlijk de passagiers voor die trein moeten leveren”, zegt hij. Hij werkt aan een nieuwe dienstregeling waarin de bus een paar minuten eerder bij het station is. “Maar dat wordt op z’n vroegst volgend jaar december ingevoerd.”

Toekomst ligt mogelijk bij provincie

Tot die tijd rijden Koopsen en zijn collega-vrijwilligers gewoon door. Ze maken zich geen grote zorgen over het dalende aantal passagiers. “We hebben jaarlijks achttienduizend reizigers en zitten daarmee ruim boven het minimum dat de provincie Gelderland van ons vraagt.”

Wel hoopt Koopsen dat de buurtbus in de toekomst wordt ondergebracht bij de provincie. “Nu valt de bus onder een maatschappij die ergens in Overijssel zit. Provincie Gelderland weet veel beter wat er hier speelt en wat er nodig is op het gebied van openbaar vervoer.”